Van nature eten paarden niet alleen grassen, maar ook takken, schors, bladeren en knoppen.
In onze weilanden is vaak weinig variatie te vinden, dus het bijvoeren van takken is een fijne afwisseling voor je paard. Takken bevatten veel vezels, wat goed is voor de spijsvertering. In deze blog noem ik vijf soorten bomen waarvan je de takken en bladeren mag voeren. Wil je meer leren over eetbare planten? Bestel dan onze Wildplukkaarten. Hierop staan 44 soorten eetbare planten plus extra tips om het te voeren en te bewaren.
Wilg
Wilgentakken kennen we allemaal wel, veel paarden vinden ze ook lekker! Alle wilgensoorten zijn eetbaar voor paarden. In het voorjaar kun je vaak gratis wilgentakken krijgen omdat de bomen dan worden geknot.
Berk
Berkenbomen kun je herkennen aan hun witte bast. De schors smaakt een beetje zoetig en wordt graag afgeknabbeld door paarden. Ook de blaadjes lusten ze meestal graag.
Hazelaar
Hazelaarstruiken hebben grote, ronde bladeren. De hazelnoten kun je beter niet geven. Ook de krulhazelaar (paastak) mag je aan je paard geven. Maar let op, paastakken uit de winkel zijn niet geschikt voor paarden, deze zijn vaak behandeld met gif.
Els
Elzen staan in Nederland vaak naast sloten of weilanden, paarden vinden vooral de bladeren in het voorjaar lekker. In de winter kun je ook de takken of stammetjes voeren om aan te knabbelen.
Linde
De blaadjes van de lindeboom zijn in het voorjaar erg sappig en mals. Lindebomen vormen veel wortelopschot, dit zijn zijtakken die vanaf de onderkant van de boom groeien. Deze takken kun je makkelijk wegknippen. Je kunt lindetakken zelfs drogen om in de winter voeren.
Bestel hier de Ukie’s wildplukkaarten.